Elizabeth Fry – strijdster voor gevangenen en slaven

Elizabeth Fry

strijdster voor gevangenen en slaven

Christenen hebben slavernij vroeger heel verschillend beoordeeld. Sommigen zagen het als een straf van God, als de vloek op Cham, Noachs zoon. Zo dacht lange tijd de Nederlandse Reveil-dichter en schrijver Isaac da Costa. Dat had hij ongetwijfeld geleerd van Willem Bilderdijk, de Nederlandse vader van het Reveil. Deze verklaarde zich dan ook een pertinent tegenstander van afschaffing van de slavernij – daarmee zou ‘het rijk des Satans worden gevestigd’.

Verrassend dat in diezelfde internationale geloofsbeweging ook een stem werd gehoord die juist pleitte voor afschaffing van de slavernij. Dat geluid kwam uit Engeland, en het kreeg stap voor stap ook invloed in Nederland. De stem die dat standpunt vertokte was van Elizabeth Gurney Fry die leefde van 1780-1845.

 

Quakers

Elizabeth Gurney was één van de twaalf kinderen van een vooraanstaande Engelse familie. Het gezin, waarvan vader ondernemer was, behoorde tot de sekte van de Quakers, een niet-dogmatische beweging, ontstaan door het optreden van George Fox in de 17e eeuw, met centra in Engeland en Amerika. Quakers – die zich presenteerden als ‘het genootschap van vrienden’ – kenmerkten zich door het houden van stichtelijke samenkomsten waar men in diepe stilte wachtte wie in zijn ziel de stem van God had vernomen. Of, anders gezegd, ‘het Innerlijk Licht’ hadden gezien. Deze bevoorrechte man of vrouw mocht dan de woorden van God doorgeven in preek of toespraak. De uiteenzettingen hadden veelaal een moraliserend karakter: men wilde consequent zijn en in het leven van elke dag Jezus volgen en daarom deed men niet aan muziek, dans of toneel en werd kaartspel ten strengste verboden. In de samenleving hadden de Quakers oog voor maatschappelijke nood. Ze deden veel aan filantropie. Ook waren ze ervan overtuigd dat alle mensen gelijkwaardig waren en in vrede met elkaar zouden moeten leven. Ze stelden zich positief op en traden begripvol en tolerant op tegenover andersdenkenden – zo hoopten ze hen voor hun standpunt te winnen. Hierdoor wisten de sociaal bewuste Quakers de stemming in Europa en Amerika zodanig te beïnvloeden dat de slavernij als een onrechtvaardig systeem werd gezien. Het zou moeten worden afgeschaft.

 

Naar de gevangenis

Na haar bekering, toen ze 17 jaar was, kwam Elizabeth tot de overtuiging dat ze haar geloof moest laten samengaan met daden. ‘Gebed zonder daden is spotternij’ – deze gedachte werd haar levensmotto. Dat leidde ertoe dat Elizabeth thuis – met medewerking van haar moeder – een lagere school opende voor kinderen uit arme gezinnen. Na haar huwelijk met Joseph Fry – toen ze 20 was – kwam daar de dagelijkse zorg voor man en kinderen bij. In haar huwelijk bracht ze elf kinderen ter wereld. Maar de daaruit voortvloeiende drukte weerhield haar er niet van door te gaan met sociale zorg: in haar nabije omgeving verzorgde zij zieke en oudere buurtgenoten.

In 1813 bracht Elizabeth Fry voor het eerst een bezoek aan een Londense gevangenis: de befaamde zo niet beruchte Newgate Prison. Daar bezocht ze veel meisjes en vrouwen die met kinderen en al in erbarmelijke omstandigheden verkeerden – veelal in lompen gehuld. In haar vele gesprekken met gedetineerden kwam ze er achter hoe deze vrouwen vernederd werden en nauwelijks meer als mens werden gezien. Vooral zij die in eenzame opsluiting vastzaten moesten het ontgelden. Elizabeth werd er diep door geraakt. Ze wist nu zeker wat ze wilde en ze bracht dat kernachtig onderwoorden: Charity to the soul is the soul of charity, d.w.z. zorg voor de ziel is de ziel van barmhartigheid.

In 1817 richtte Elizabeth een comité op dat de kwalijke praktijken in gevangenissen aan de kaak stelde en er tegelijk werk van maakte het levenspeil van gedetineerden te verbeteren door hen aandacht te geven via gesprekken, onderwijs en passend werk. Deze veelzijdige hulpdienst werd uitgevoerd door vrouwelijke vrijwilligers.

 

Grondregels

De door Fry ontwikkelde behandelingsmethode omvatte de volgende regels:

  1. Vrouwelijke en mannelijk gevangenen dienden van elkaar gescheiden te worden. Bewaking van mannen diende door mannen te worden uitgevoerd, voor vrouwen moesten vrouwelijke bewakers komen. Deze regels zijn later internationaal aanvaard.
  2. De vrijwilligers van de vrouwencomités zouden zorgen voor onderwijs, betaald werk en opvang met begeleiding na ontslag uit de gevangenis. Dit werd het begin van de nu algemeen bekende reclassering.
  3. Alle gevangenen dienden onderwijs te ontvangen en betaalde arbeid te verrichten. Het onderwijs moest een vroom-christelijk karakter hebben.

 

Effecten

Al spoedig reisde Elizabeth Fry het hele Verenigd Koninkrijk door en bezocht daar vele gevangenissen. Onderweg hield ze lezingen over haar idealen. Diverse voorstellen ter verbetering van het lot van gedetineerden werden overgenomen, maar ook stuitte ze op weerstand. Het was toch wel bijzonder dat een vrouw zich zo voelde aangetrokken tot de zorg voor gevangenen. Maar in 1823 maakte ze het mee dat de Britse gevangeniswet veel van haar ideeën bleek te bevatten. Niemand minder dan koningin Victoria nodigde haar uit voor audiënties op het paleis. En later bleek dat de verpleegkundige Florence Nightingale‘the lady with the lamp’ – door Elizabeth was gestimuleerd tot haar pionierswerk voor gewonden op de slagvelden in Europa. Overal in Europa schreef men brieven om haar raad te vragen voor eigen problemen. Zo voerde ze een uitgebreide correspondentie. En vaak vond ze het nodig het Kanaal over te steken en ter plaatse in andere landen te bezien wat er gedaan kon worden aan de ernstige problemen daar.

Intussen bleef ze actief als moeder van al haar kinderen; ze ging voor in de samenkomsten van de Quakers en liet haar stem horen tegen de doodstraf en de slavenhandel.

 

Invloed in Nederland

Ook voor ons land heeft Elizabeth Fry veel betekend. Haar relaties via o.m. de vrouwen in het Reveil zorgden daar wel voor. In de kringen van vooraanstaande protestanten werd het initiatief geboren tot de oprichting van het Nederlandsch Genootschap tot Zedelijke Verbetering van Gevangenen. De oproep van de oprichters luidde als volgt: ‘Welaan landgenooten! Eéns van zin, ééns van doel willen wij dan aanvangen, onder nederig opzien tot den Hemelschen Vader, die niemand uitsluit van zijn allesomvattende liefde en die zijne zon doet opgaan over boozen en goeden.’

Als doelstelling had men twee zaken op het oog: ‘ a. om de in den kerker gevangenen door godsdienst en andere gepaste middelen op te heffen van hunnen val en te wapenen tegen nieuw misdrijf (…); b. om, buiten den kerker 1. ontslagenen, die gedurende hunne gevangenschap of hun verblijf in eene Rijkswerkinrichting buitengewone blijken gaven van beteren zin, behulpzaam te zijn tot verkrijgen van een eerlijk bestaan, en 2. bovenal jeugdige ontslagenen, bij het verlaten van den kerker of van een der huizen van verbetering en opvoeding, te beveiligen tegen verleiding en herhaling van misdrijf.’ Gerichte reclassering dus. Het ideaal sloeg aan en in 1837 telde het genootschap meer dan 3500 leden die voor een bedrag van f. 2,60 per jaar lid konden worden.

 

Bezoeken aan Nederland

In 1840 en ’41 kwam Elizabeth Fry persoonlijk naar Nederland. Het eerste doel was een bezoek aan koning Willem II en koningin Anna Paulowna. Drie hoofdpunten legde zij aan hen voor: a) verbetering van het gevangeniswezen, b) beter onderwijs voor kinderen uit de volksklasse en c) afschaffing van de slavernij in de koloniën. De koning had haar betoog met grote belangstelling aangehoord. Hij vroeg haar hoe ze al dit werk toch kon doen met zo’n groot gezin. Haar antwoord luidde: “Mijn dochters helpen mij.”

Daarna ging ze op bezoek bij de Engelse gemeenschap in Rotterdam die zij trachtte te winnen voor haar idealen. Daarna bezocht ze enkele vooraanstaande Nederlanders: in Den Haag sprak ze Groen van Prinsterer en zijn vrouw Betsy, ook met gravin Van Hogendorp; en in Amsterdam met Isaac da Costa, allen actief in en voor het Reveil. In die beweging heerste eerst nog een conservatieve gedachtegang ten aanzien van slavernij. Maar de betogen van Elizabeth Fry zetten de Reveilmensen aan het denken en brachten een geleidelijke ommekeer te weeg. .

Behalve met Reveilfiguren had Fry ook contact met andere vooraanstaande Nederlanders. Ze bezocht  in acht steden gevangenissen en was aanwezig bij de oprichting in Zwolle en Amste4rdam van vrouwencomités. In Gouda bezocht ze de beruchte vrouwengevangenis en maakte kennis met de in Gouda wonende domineesvrouw, schrijfster en pedagoge Anna Barbara van Meerten-Schilperoort (1778-1853) die ook al jarenlang bezig was met het verbeteren van het lot van vrouwelijke gevangenen. Hun opvattingen en doelstellingen liepen parallel.

Een gevolg van het bezoek van Fry aan Nederland was dat koning Willem II uiteindelijk drie verschillende petities tegen slavernij bezorgd kreeg: één ondertekend door 56 Reveil-mannen, de andere ondertekend door 125 liberalen en de derde ondertekend door 128 Rotterdamse vrouwen met voornamelijk Engelse achternamen.

Een jaar later kam Fry terug naar Nederland om met eigen ogen na te gaan wat er van de door haar bedoelde activiteiten was terechtgekomen.

 

Anti slavernij

Aan de in Engeland ontstane beweging tegen slavernij nam Elizabeth ook deel. De Britse regering besloot in 1807, onder invloed van deze beweging, tot afschaffing van de handel in slaven. In diverse landen van Europa kwam het tot een zelfde besluit; Nederland deed dat in 1814. Maar dit was nog niet voldoende. Land na land kwam met het tot verbod op slavernij: in Groot-Brittannië in 1833, de Fransen in 1848. In de USA kwam het aan het eind van de burgeroorlog zover, 1865. Daarna volgden landen als Portugal in 1869, Spanje in 1886 en Brazilië in 1888.

De beweging tegen de slavernij kreeg in ons land een behoorlijke impuls door de oprichting van twee verenigingen, een liberale en een christelijke vereniging voor de afschaffing van de slavernij – van de laatste was Groen van Prinsterer voorzitter. Daarnaast kwam er ook nog een vrouwenbeweging tegen de slavernij – daarin ijverden liberale en christelijke dames samen voor de afschaffing van slavernij. Na veel moeilijkheden te hebben overwonnen kwam het in Nederland ook tot afschaffing van de slavernij, eerst in 1859 in delen van Oost-Indië, dan in Suriname en op de Antillen, 1 januari 1863.

 

Betekenis

In het najaar van 1845 overleed Elizabeth Fry na een korte ziekte. In Engeland en ver daarbuiten werd ze diep betreurd. Voor velen was zij een gedreven en initiatiefrijke persoonlijkheid geweest die ook resultaten heeft mogen zien van intense bemoeienis met sociale problemen. Zij wist de opinie van de leidende klasse in de Westerse wereld te beïnvloeden ten gunste van de slachtoffers van sociale verachting. Mededogen was haar sleutelwoord. Helaas laat de werkelijkheid van vandaag zien dat er wereldwijd nog steeds slavernij voorkomt, ook al heeft een staat het formeel afgeschaft. Toch heeft de stem van Fry niet voor niets geklonken. ■

 

]