In een schoolmeestersrapport uit begin 19e eeuw schrijft E. K.Knoop de gang van zaken bij een begrafenis in Noordhorn

By begravenisplegtigheden worden de predikant, de Kerkenraad, benevens de voorzanger verzocht, doch deze gaan zeer zelden heen, voör dat de begravenistrein aan het kerkhof genaderd is, als dan maakt ieder dat hy zoo wat op zyne plaats komt. Na het begraven keeren dezen veelal naar het sterfhuis terug. Hier plaatst men dan Zyn WelEerw. aan de regterhand, voor het overige moeten Kerkenraad en voorzanger, benevens de andere genoodigden maken, dat zy eene plaats krygen; nu dat gaat dan ook nog al. – Hier vindt men dan den tafel gedekt, en daarop weiten bolletjes, boter en wittebrood met en zonder krenten. – Is het by den winter dan heeft men hier en daar op den tafel eene kan met warm – doch by den Zomer, met koud bier staan, zoodat men dan eet en drinkt te gelyk. Zoodra men zich geplaatst heeft wordt den mannen eenen pyp gelangd, door eenen bediende, welke dan eene pyp tabak rooken, daarna een bittertje drinken, tot dat eindelyk de bediende het oogenblik van eten aankondigt, gewoonlyk door het kloppen met de vuist tegen de binnendeur. – Ieder voegt en schikt zich dan, waarop zyn WelEerw: dan een hartroerend gebed doet, en daarna begint men dan te eten en drinken. Na het eindigen van den maaltyd doet de leeraar eene dankzegging, waarop onderscheidene gesprekken volgen, zoo dat men dan de menschen niet meer geregeld – maar soort by soort, hier en daar vindt. Deze gesprekken houden zoo lang aan, tot dat er eindelyk koffy of thee op den tafel komt: ieder schikt zich dan weder en maakt dat hy ook wat krygt, waarna de genoodigde, na aan een der bedienden eenen vyf stuiver in de hand gestopt te hebben, afscheid neemt van de familie der overledene en van goede bekenden, en daarop weder naar zynen woning terug keert.

(get) E.K. Knoop.