Een vreemde presentatie

De Brès koos voor een werkwijze die zich in het donker van de late avond of in de nacht zou moeten afspelen. Hijzelf bleef uiteraard liever buiten schot, maar hij zal een jonge medestander gevraagd hebben om het klaargemaakte pakketje te ‘bezorgen’ bij de gouverneur van Doornik – deze bewoonde een burcht die goed bewaakt werd – vandaag staat er nog slechts een versterkte toren die de Engelse koning Hendrik VIII  ooit had laten bouwen.. De poort was ’s nachts uiteraard afgesloten, maar er was altijd wel een wacht aanwezig. Om alle risico’s zo veel mogelijk te vermijden werd afgesproken dat de jonge vriend het pakketje niet persoonlijk zou afgeven bij de wacht, maar dat hij het over de niet al te hoge burchtmuur zou werpen.

‘La Tour de Henri VIIII’ te Doornik

Dan zou de wacht het wel op de binnenplaats vinden. Dat leek hen de veiligste methode. Als datum werd gekozen voor de avond/nacht van 1 op 2 november 1561 – die dagen vierden de roomsen de kerkelijke plechtigheden van Allerheiligen en Allerzielen. Een gereformeerd antwoord was onderweg.

En zo is het gebeurd dat de geheime maar toch ook ‘officiële’ presentatie aan de gouverneur van Doornik van het Nederlandse Geloofsbelijdenis met de brieven aan de overheden. Het pakje is de volgende morgen gevonden en naar de gouverneur gebracht. En daarna werd de inhoud doorgezonden naar de centrale regering in Brussel en uiteindelijk ook naar koning Philips II in Madrid. Dat deden de autoriteiten zelf. Maar hoe waren de reacties van hun kant?

 

Vorig artikelVreeland via brug
Volgend artikelHet antwoord van de overheden
Mijn naam is Harm Veldman (* 1942) en ik ben sinds 1965 decennia lang onderwijzer/leraar geschiedenis geweest. Ik heb daarnaast veel onderzoek gedaan naar lokale en regionale kerkgeschiedenis, maar ook naar de nationaal-kerkelijke ontwikkelingen in Nederland. Mijn grote interesse betreft de eeuw van de Europese Reformatie.Mijn promotieonderzoek richtte zich op het leven en werk van Hendrik de Cock, de ‘vader van de Afscheiding van 1834’. De promotie vond plaats in 2009 aan de Theologische Universiteit van de GKv te Kampen, promotor was prof. dr. M. te Velde.