Taal

Hunne platte taal is die der Groningerlandsche landtaal, eenigsints gewyzigd en vermengd met Vriesche en Hollandsche woorden en tongvallen. Ik zal zulks met een voorbeeld trachten aan te toonen, in een gesprek van een boerenzoon met zyne buurvryster.

Zoon: Ik heb de biesten op de Zandven ien ’t nygras laten lopen. Wie hebben byna gien weide meer. De koeijen hadden de dam open garaamd en liepen op ’t hiem. Mem was lelk omdat zie de bliek bedonkt hadden. Buurvr.: En wat zei jim heit dan? Zoon: Heit is niet ’t uus; en onze Poike en de venten ook niet. Buurvr.: Zoo; dan zien zie denk na de mark? Zoon: Ja, met de dikke wagen. Buurvr.: En dou most ’t uus blieven, en vergatst de dam toe te doen. Zoon: Jim volk bin ook ja niet hen. Buurvr.: O.ne! Wie rieden niet jamk na de kermissen. Heit zeit. De marken kosten geld en tied en dat past ons niet. Zoon: Nou! Ons ook niet.- Zollen jimmes ook even een lep veur mi hebben? Ik wol de walakker deursteken, dan kan ’t water uut de geuten wat aflopen. Buurvr.: Heden ja Piet.Loop maar in de puuskeuken. Tjitske dut de molken in de karn; zek heur dat ze dy de luiter doen moet, die is likter en hankt akter aan ’t schut.

Karakter

Zy zyn over het algemeen werkzaam, nederig, kuisch, ingetogen, uitwendig godsdienstig; doch eenigzins achterhoudend, niet zeer zachtaardig en zeer eigen balangzuchtig. Hunne levenswyze is die van den eenvoudigen, niet zeer beschaafden landman. Zy bidden lang, en zyn in het godsdienstige sterk aan het oude gehecht, geloven daarby nog aan tovenaars, welke alhier tjoenders genoemd worden, en welke zy het vermogen toekennen om anderen onmiddelyk veel kwaad te kunnen toebrengen. Zy staan smorgens vroeg op, eten te 8 en 12 uren, en werken in den zomer gewoonlyk niet langer dan tot avonds zes uren, eten vervolgens en gaan te 8 of 9 uren weder te bed. Hunne uitspanningen bepalen zich veelal tot wederkeerige bezoeken, waarby gewoonlyk niet anders gebruikt wordt dan tabak, koffy of thee en chocolade. Ook zyn zy liefhebbers van het schaatsenryden. Hunne begravenissen zyn gewoonlyk eenvoudig en godsdienstig: Vrouwen zoo wel als mannen volgen het lyk rondom de kerk. De Predikant of iemand anders doet den voorgang achter het lyk, en na afloop dier plegtigheid begeven allen zich naar het sterfhuis, alwaar de Predikant of voorganger een toepasselyk gebed en dankzegging uitspreekt, en niet anders genuttigd wordt, dan wittebrood met bier. Hunne Huwelyksverbindingen echter vieren zy minder godsdienstig, en zelden gebeurd het, dat nieuw getrouwden zich kerkelyk laten inzegenen.

(get) J.H. Sloots


Meer over Lutjegast Zie websiteÂ