Geboren in 1510 in de buurt van het Overijsselse Hardenberg. In de eeuw van de grote botsing tussen Rome en de Reformatie. Hoe grondig veranderden daardoor kerk en samenleving!  Albert Hardenberg heeft er intensief aan deelgenomen. Maar wat beweegt iemand om van kloosterling gereformeerd predikant te worden? We willen dat zien in het leven van Albert Hardenberg.

Hardenberg
Het kind dat op een voor ons onbekende datum in 1510 werd geboren als Albert, kreeg later als achternaam de plaats waar hij ter wereld was gekomen: Hardenberg, aan de Vecht. Maar z’n geboorteplaats kunnen we nog wat nauwkeuriger aanduiden: het was de buurtschap Rheeze – vandaar de Latijnse tussennaam Risaeus. Dat klinkt deftig, geeft status, zeker in de 16de eeuw. Maar de jeugd van Albert zag er niet zo uit. Zijn ouders hadden het met hun boerenbedrijf op de niet altijd zo vruchtbare grond niet zo breed. En dat zou wel eens negatief kunnen uitpakken voor hun bijzonder pientere zoon. Familieberaad leverde een oplossing op: als 7-jarige mocht Albert naar de stad Groningen om eerst bij de Broeders des Gemenen Levens (Moderne Devotie) naar school te gaan en daarna naar de Latijnse School van Groningen, de Sint Maartensschool. Een van zijn medestudenten was de later beroemde rector Regnerus Praedinius, ook in 1510 geboren, in het Groningse Winsum.

Aduard: christelijk humanistisch centrum
Toen Albert Hardenberg 17 jaar was, ging hij voor verdere studie naar het klooster van Aduard, zes kwartier lopend van Groningen verwijderd. Het Cisterciënzer klooster daar stond hoog aangeschreven als centrum voor wetensschap in de sfeer van het christelijk humanisme. Ooit hadden daar geleerden als Rudolf Agricola (geboren in Baflo, 1444) en Wessel Gansfort (genoren in Groningen, 1419) behoord tot de Aduarder Kring en daar hun bijbels-humanisme uitgedragen. Albert Hardenberg zou later het leven van Wessel Gansfort beschrijven, het boek werd uitgegeven te Groningen in 1614.

In Aduard zwaaide in Hardenbergs tijd abt Johannes Reekamp (een familielid van Albert) de scepter; ook hij stond open voor geestelijke vernieuwing in christelijk-humanistische zin. Hardenberg verbleef in Aduard als monnik van 1527-1530 en ook nog korte tijd in 1540.

Leuven
In de jaren ’30 – ’40 studeerde Albert Hardenberg op kosten van het Aduarder klooster aan de universiteit van het Zuid-Nederlandse Leuven. Eerst bekwaamde hij zich in de ‘artes liberales’, d.w.z. de zeven vrije kunsten, om daarna verder te gaan in de rooms-katholieke theologie. Leuven stond bekend als een stevig rooms bolwerk: handhaving van de traditie van de scholastiek stond hoog aangeschreven. Al op 7 november 1519 hadden de Leuvense theologen met hun collega’s van Keulen hun veroordeling uitgesproken over de leer van Luther. Diens boeken werden publiek verbrand; Leuven deed dit nog voordat Rome iets in die zin had uitgevaardigd!

Mede onder invloed van de ‘prins der humanisten’ Erasmus (1466/69-1536) nam Hardenberg geleidelijk aan afstand van de scholastieke theologie. Verdacht van ketterse gevoelens vertrok hij uit Leuven en begon aan een reis naar Italië. Hij werd ziek en kwam niet verder dan Frankfurt am Main. Later gaf hij in het naburige Mainz colleges en promoveerde er tot doctor in de theologie (1539). Zijn band met Rome was zwak, maar die verbreken? Die beslissing schoof Hardenberg voor zich uit. Maar de beslissing liet niet lang meer op zich wachten. Ywee ontmoetingen werden doorslaggevend.

Ontmoeting met Johannes a Lasco
In Duitsland vond de eerste ontmoeting met de Poolse baron en humanistisch theoloog Johannes a Lasco plaats. Wat ze met elkaar hebben besproken worden we niet echt gewaar. Maar ze voelden elkaar goed aan. En wel zó dat er een warme vriendschapsband ging groeien. Johannes liet zich zelfs door Albert overhalen mee te gaan naar Leuven. Daar had Hardenberg intussen een groep evangelische dissidenten om zich heen verzameld, onder wie de Spaanse protestant Francisco de Enzinas. In de herberg De Palmboom aan de Mechelsestraat discussieerde men stevig over kerkelijke vernieuwing.

Op zeker ogenblik vertelde Johannes aan Albert dat hij wilde breken met Rome. En ook dat hij had besloten een huwelijk aan te gaan met Barbara, een jonge vrouw uit Leuven. Hardenberg mocht hun huwelijk inzegenen. Deze stap van de Poolse baron tegenover de Roomse kerk was even riskant als de huwelijksinzegening door de dissidente monnik Hardenberg. A Lasco’s huwelijk veroorzaakte tot in Polen ophef – het was het eerste huwelijk van een Poolse geestelijke! Het jonge echtpaar hield zich een tijdlang onvindbaar; op een passend moment vertrok het naar het noorden, Ze reisden – via Aduard? – naar Emden. Daar arriveerden ze in het najaar van 1540.

Op de vlucht
Hardenberg stak in 1540 zijn veranderende mening niet meer onder stoelen of banken. In de Sint-Michielskerk, de parochiekerk van zijn woonwijk in Leuven, preekte hij ‘de leer van Paulus’ – wellicht in de lijn van Luther of Zwingli. Volgens sommige berichten werden duizenden mensen door de preken van Hardenberg geraakt en begeesterd. Maar de inquisitie arresteerde Hardenberg, Een ketterproces – wegens ‘zwinglianisme’- volgde, waarbij zijn vroegere docent Ruard Tapper de leiding van de inquisitie had. Hardenberg wist, dankzij de steun van enkele vrienden in Leuven, zijn vrijheid te kopen, wat hem echter wel een deel van zijn bibliotheek kostte – dat werd zelfs verbrand. Zo ontliep hij de brandstapel. Toen vluchtte Hardenberg zo snel mogelijk. Hij zocht het Aduarder klooster weer op. Johannes Reekamp ontving hem gastvrij en liet hem ook vrij in het verkondigen van het evangelie. Hier doceerde monnik Albert de exegese van de Psalmen, hier preekte hij voor het boerenvolk de Christus. Maar ook hier kwamen berichten binnen die hem verdacht maakten.

Nog in 1540 besloot Hardenberg – op aandrang van A Lasco en de Enzinas die hem brieven hadden geschreven – Aduard te verlaten. Zijn reisdoel werd ook Emden. Daar wachtte A Lasco hem op. Ze waren dankbaar dat God hun wegen zo had geleid dat ze, door elkaar beïnvloed, de weg naar Christus hadden gevonden. De weg ook naar de kerk van Christus.

Definitieve bekering
In Emden legde Hardenberg – weer op aandrang van A Lasco – zijn monnikspij definitief af en koos hij voor de kerk der Reformatie. De twee vrienden konden zich nu ontplooien nu in vrijheid. Maar Hardenberg wilde zich eerst nog verder oriënteren. Hij reisde naar Wittenberg om van Melanchthon en Luther de gewenste bijscholing te ontvangen. In deze tijd heeft A Lasco zijn vriend de welgemeende raad gegeven ook te gaan trouwen. Na lang aarzelen besloot Hardenberg daartoe en koos als bruid de ex-non Truytje Syssinghe uit Groningen.

Mede door bemoeienis van Melanchthon en Bucer werd Hardenberg vanaf 1545 als theologisch raadgever van de reformatorisch gezinde aartsbisschop Hermann von Wied betrokken bij diens pogingen om het aartsbisdom en keurvorstendom Keulen te reformeren. A Lasco kwam ook over naar het Rijngebied en deelde drie maanden lang de slaap- en werkkamer met Hardenberg. Hun inzet heeft voor Von Wied niet het gewenste resultaat gekregen. Diens pogingen werden niet aanvaard in het roomse Keulen.

Bremen – Nederland – Emden
In 1547 werd Hardenberg in Bremen aangesteld als Dompredikant. Opvallend, want de luthersen hadden maar weinig op met iemand die in zo nauw contact stond met de Zuid-Duitse en Zwitserse hervormers. Maar Hardenbergs beschermheer, graaf Christoph von Oldenburg, zette door. De Luthersen wachtten hun tijd wel af.

In 1561 kwam het zover dat de gereformeerde Hardenberg Bremen moest verlaten. Dit vanwege de permanente spanningen met de Lutherse theologen.

Na veel kerkenwerk in Noord-Duitsland te hebben verricht kwam Hardenberg in 1566 naar Nederland, waar hij als hageprediker optrad in Elburg, Harderwijk en Amsterdam. De intocht van Alva noodzaakte hem te vluchten en zo werd Hardenberg in 1567 predikant in het vrije Emden. Als opvolger van de aan de pest gestorven ds. Cornelis Cooltuyn – afkomstig uit Alkmaar. Toen de nationale synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland te Emden gehouden werd (1571), was hij een betrokken toeschouwer.

Op 18 mei 1574 stierf Albert Risaeus Hardenberg, kinderloos. Zijn opvolger in Emden werd Menso Alting, een Drentse Nederlander. De boekenschat van dominee Hardenberg werd door weduwe  Truytje aan de Grote Kerk van Emden geschonken; het werd de basis voor de huidige Johannes a Lasco bibliotheek in Emden.

In Heemse-Hardenberg staat de gereformeerde basisschool met de naam ‘Dr. Albertus Risaeus’.

 

© Dr. Harm Veldman, Zuidhorn

 

Vorig artikelSchoolmeestersrapport Ezinge
Volgend artikelSchoolmeestersrapport Kommerzijl
Harm Veldman
Mijn naam is Harm Veldman (* 1942) en ik ben sinds 1965 decennia lang onderwijzer/leraar geschiedenis geweest. Ik heb daarnaast veel onderzoek gedaan naar lokale en regionale kerkgeschiedenis, maar ook naar de nationaal-kerkelijke ontwikkelingen in Nederland. Mijn grote interesse betreft de eeuw van de Europese Reformatie.Mijn promotieonderzoek richtte zich op het leven en werk van Hendrik de Cock, de ‘vader van de Afscheiding van 1834’. De promotie vond plaats in 2009 aan de Theologische Universiteit van de GKv te Kampen, promotor was prof. dr. M. te Velde.